KIJK UIT!! E-nummers… brrrr….

#pindakaas #versvandechef #leesvoer

GESCHREVEN DOOR:

Boy

LEESTIJD:

Ongeveer 5 minuten

GEPLAATST OP:

17 mei 2022

E-nummers, dat zijn toch van die compleet onnodige, onzinnige en vooral ook heel erg ongezonde toevoegingen aan voedingsmiddelen? Je gaat er toch licht van geven en sommigen zorgen ervoor je neus smelt? Je hoeft Meneer Google maar te raadplegen met de zoekterm “E-nummers” en je komt de meest rare verhalen tegen. Maar wat zijn E-nummers? En waarom zitten ze in veel voedingsmiddelen? In de volgende alinea’s lezen jullie het resultaat van mijn “onderzoek”.

Klaar voor de start? Pang!

Het is inmiddels een gewoonte geworden. Elk “onderzoek” start in de Dikke van Dale, zo ook dit onderzoek naar E-nummers. In de Dikke van Dale staat:

He-le-maal niets… Dus we schakelen door naar Wikipedia en daar vinden we het volgende en ik citeer: ‘Een E-nummer is een code voor een stof die binnen de Europese Unie (EU) toegelaten is als additief in voedingsmiddelen die bedoeld zijn voor menselijke consumptie’. Kort door de bocht, een e-nummer is een hulpstof gebruikt in voedingsmiddelen en dat kunnen hulpstoffen van synthetische en natuurlijke aard zijn.

En waar helpen die hulpstoffen dan bij?

Producenten van voedingsmiddelen die werken met e-nummers doen dit om hun product te verbeteren. Je kan dan denken aan het versterken van de smaak, het verlengen van de houdbaarheid en het voorkomen van het gaan plakken of klonteren van het product. Sommige producenten geven hun product een andere kleur of laten het meer glanzen met behulp van hulpstoffen. Al vanaf de jaren 60 wordt het toevoegen van hulpstoffen toegepast. In het begin voornamelijk om een product langer houdbaar te maken, maar de producenten zagen de meerwaarde wel van deze “productverbeteraars”, dus kwamen er steeds meer hulpstoffen beschikbaar die ook steeds meer werden toegepast. Om overzicht te behouden, regelgeving te hanteren en om voedselveiligheid te controleren voert de EU de E-nummers (de E staat voor Europa) in. Naast kleurstoffen werden er in eerste instantie een 4-tal soorten hulpstoffen beschreven:

  • De anti-oxidanten, die er voor zorgen dat een product langer houdbaar is door oxidatie te voorkomen.
  • De emulgatoren, die voor een gladder product zorgen omdat ze water en vet laten binden.
  • De stabilisatoren, die zorgen voor een “stabiel” (geen uitdroging van vleeswaren bijvoorbeeld) product.
  • De verdikkingsmiddelen, die zorgen voor een dikker product. Vaak toegepast in zuivel.

Naast regelgeving legt de EU ook de geaccepteerde dagelijks inname van elke hulpstof die niet van nature in onze voeding voorkomt vast. Inmiddels zijn er vele soorten E-nummers bijgekomen, denk dan aan: conserveermiddelen, zuurteregelaars, smaakversterkers, glansmiddelen, gemodificeerde zetmelen, oplosmiddelen voor aroma’s, meelverbeteraars, anti-klonterstoffen, anti-schuimmiddelen en zo kunnen we nog wel even doorgaan.

E-nummers zijn slecht!

In ieder geval, dat zegt “men” vaak. En dat komt omdat E-nummers worden geassocieerd met bewerkt eten. En van bewerkt eten wordt vervolgens, door vaak dezelfde “men”, gezegd dat het eten is waarmee geknoeid is. Eten waar producenten allerlei onnodige, overbodige en ongezonde stoffen aan toevoegen. Maar daar is enige nuance wel op zijn plek. Er zijn namelijk talloze voorbeelden van goed bewerkt eten. Denk aan brood (bewerkte tarwe) of kaas (bewerkte melk). Dit zijn producten die bewerkt zijn, zodat wij iets vanuit de natuur om kunnen zetten naar iets eetbaars.

Een ander argument tegen hulpstoffen is dat ze synthetisch zijn en dus niet uit de natuur komen maar uit een laboratorium. Maar als je de lijst van E-nummers er op naslaat kom je toch nog een groot aandeel volledig natuurlijke stoffen tegen. Dus ook daar is weer enige nuance op zijn plek.

Hoe worden die hulpstoffen gemaakt dan?

Moeilijke vraag zeg! Het zijn zoveel verschillende stoffen bij elkaar dat je niet echt eenduidig kan zeggen hoe deze stoffen gemaakt worden. Veel E-nummers zijn natuurlijk van aard, bijenwas (E901) komt uit de honingproductie bijvoorbeeld. Het produceren van hulpstoffen op grote schaal vanuit een natuurlijke bron is alleen ontzettend duur en daarom worden veel stoffen kunstmatig gemaakt. Uiteindelijk maakt het voor het eindproduct niet uit, het “chemische DNA” van beide stoffen is gelijk aan elkaar, alleen de productiemethode is anders.

Sommige E-nummers kunnen worden gemaakt met genetisch gemodificeerde organismen (GMO’s). Dat wil niet zeggen dat de hulpstof zelf genetisch gemodificeerd is. Als dit wel het geval is moet dit op het etiket staan. Dit wordt niet gemeld bij stoffen die zijn gemaakt met behulp van GMO’s. Het organisme zelf zit dan namelijk niet in de gebruikte hulpstof. Wil je geen genetisch gemodificeerde hulpstoffen in je eten? Kies dan voor biologische producten.

Het imago van hulpstoffen is slecht

En dat slechte imago zorgt op zijn beurt weer voor onduidelijkheid omdat producenten van voedingsmiddelen ingrediëntenlijsten aanpassen om het noemen van E-nummers te voorkomen. Een voorbeeld hiervan is de hulpstof gistextract, een natuurlijke smaakversterker die sterk lijkt op E621 maar die niet als een E-nummer genoemd hoeft te worden. Producenten zoeken dus naar niet E-nummer alternatieven voor E-nummers om geen E-nummers te hoeven vermelden op de ingrediënten waardoor consumenten geen zorgen hebben over het kopen van producten met E-nummers. Of doen ze dat dan eigenlijk wel…?? Zoals ik al zei… Onduidelijk!!

Iedereen aan de E-nummers

Nou, er zijn ook E-nummers die niet goed voor ons zijn. Deze “gevaarlijke” hulpstoffen worden goed gecontroleerd door de EU en zijn vaak in kleine concentraties aanwezig in producten. Waarom gevaarlijke hulpstoffen vraagt u? Goede vraag! Dit wordt gedaan om bijvoorbeeld andere gevaren bij een product te voorkomen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het besmet raken met bacteriën  bij vleeswaren of zuivel.

Daarnaast kunnen hulpstoffen in combinatie met andere ingrediënten wel voor ongezonde situaties zorgen. Een voorbeeld: E320 in combinatie met vitamine C kan vrije radicalen opleveren die je cellen beschadigen. Als E210 of E211 gecombineerd wordt met ascorbinezuur (vitamine C of E300) ontstaat benzeen. Bij langdurige blootstelling in hoge concentraties kan benzeen leiden tot leukemie en beïnvloeding van de rode en witte bloedcellen.

Met een grote boog

Maar moet je ze nou vermijden dan Chef? Nee, dat hoeft niet! Uit onderzoek is namelijk gebleken dat voor bijna geen enkel geregistreerd E-nummer bewijs is gevonden dat het gevaarlijk is voor je gezondheid als je het per hulpstof bekijkt (dus niet zoals hierboven beschreven in combinatie met andere stoffen of ingrediënten). Je kan misschien zelfs wel stellen dat E-nummers de meest gecontroleerde ingrediënten op de ingrediëntenlijst zijn. Maar moet je het ook willen? Moet je een product willen dat aangepast is zodat het meer glanst, een andere kleur krijgt of niet kan uitdrogen? Dat het niet kan klonteren of dikker is dan bedoeld. Moet het product dat jij koopt wel 2x zo lang houdbaar zijn of een versterkte smaak hebben? Ik kan je daar wel een antwoord op geven, maar dat is mijn persoonlijke mening natuurlijk ;)

Kortom

De conclusie: zijn E-nummers slecht voor je gezondheid? Nee, dat is niet bewezen! Zijn ze nodig? Nee, dat ook niet!

We zijn dit stuk begonnen bij Wikipedia en eindigen daar ook. Zij hebben namelijk de hele lijst met E-nummers op hun website staan: https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_E-nummers. Doe er samen met bovenstaande je voordeel mee…

Op de hoogte

Zo, jullie zijn weer helemaal bijgeschoold, een stuk slimmer geworden en kunnen als beter mens door het leven nu. Geen dank 😉

Bedankt voor het lezen en nog een fijne dag!

Bronnen:

Voedingscentrum | https://www.voedingscentrum.nl/
Consumentenbond | https://www.consumentenbond.nl/
NVWA | https://www.nvwa.nl/

Lees de VanThuys disclaimer