Gratis cursus “Etiket”

#pindakaas #versvandechef #leesvoer

GESCHREVEN DOOR:

Boy

LEESTIJD:

Ongeveer 5 minuten

GEPLAATST OP:

30 maart 2022

Het etiket. Wie kent het niet? Een sticker op een verpakking met allerlei tekst erop die iets zegt over wat er in de verpakking zit.  Om een bewuste keuze te kunnen maken is een etiket en het lezen ervan onmisbaar. Maar wat staat er nou op zo’n etiket? En wat zou er op moeten staan? En wat zijn de bekende “addertjes onder het gras”? Dit keer een gratis cursus “etiket” door Chef pindakaas. Even opletten: deze cursus gaat over het etiket op voedingsmiddelen!

Notitieblok klaar? Starten maar…

Zoals jullie inmiddels gewend zijn start het onderzoek bij die Dikke van Dale. Daar staat in:

eti·ket (het; o; meervoud: etiketten)

1 strookje papier dat op een voorwerp geplakt wordt om bepaalde informatie te verschaffen, bv. over de inhoud

Niets meer… Niets minder…

Bij het begin beginnen

Nog even voor de minder oplettende lezer, we hebben het in dit stuk leesvoer over het etiket voor voedingsmiddelen. Laten we deze cursus eens starten aan het begin. Wat moet er nou op een etiket staan? Daar kan ik gelukkig een duidelijk antwoord op geven. We hebben daar in Nederland namelijk een hele specifieke wet voor waar iedere producent zich aan moet houden: de Wet Voedselinformatie. Deze wet beschrijft wat er op een etiket moet staan. Wat er op een etiket moet staan hangt af van of een product voorverpakt is of niet. Er zijn winkeliers die producten zelf verpakken en die etiketten hoeven niet alle informatie te bevatten. De meeste voedingsmiddelen zijn echter voorverpakt en daar moet het etiket de volgende informatie bevatten:

  • De naam van het levensmiddel
  • Een lijst met ingrediënten
  • Als er allergenen aanwezig zijn moeten deze op het etiket staan
  • De hoeveelheden van de ingrediënten (alleen nodig als dit in de benaming of afbeelding van het product zit)
  • Het netto volume, de inhoud of hoeveelheid van het product
  • Hoe lang een product houdbaar is of tot wanneer een product te gebruiken is (THT of TGT)
  • Eventuele bijzondere bewaarvoorschriften of gebruiksvoorwaarden
  • De naam en contactgegevens van de producent, verkoper of importeur
  • Als het product moeilijk te gebruiken is moet er een gebruiksaanwijzing op staan
  • Het land van oorsprong of plaats van herkomst
  • Bij meer dan 1,2% alcohol moet het alcoholpercentage vermeld worden
  • De voedingswaarde van het product

Even de diepte in

Hieronder volgt een lijstje met extra informatie over een aantal uitzonderingen of specifieke onderdelen van het etiket. Voor de echte etiket-enthousiastelingen onder ons:

  • Kleine lettertjes
    Voedingsmiddelen kunnen kleine verpakkingen hebben. De wet schrijft voor dat de lettergrootte minimaal 1.2 millimeter moet zijn. Op echt hele kleine verpakkingen mag hierop een uitzondering worden gemaakt.
  • Voedingswaarde verplicht
    Het is verplicht om energie en 6 voedingsstoffen (vet, verzadigd vet, koolhydraten, suikers, eiwitten en zout) per 100 gram (of milliliter) op het etiket te vermelden. Ook de volgende voedingsstoffen mogen vermeld worden: enkelvoudig onverzadigde vetzuren, meervoudig onverzadigde vetzuren, polyolen, zetmeel en vezels. Net zoals de mineralen en vitamines, als deze in beduidende hoeveelheden aanwezig zijn. Er mogen alleen vaste termen worden gebruikt om verwarring te voorkomen. Zo is de term natrium vervangen door zout. De voedingswaardevermelding is alleen verplicht voor voorverpakte levensmiddelen. Maaltijden in een restaurant hoeven geen voedingswaarde te vermelden. Ook voor dranken met alcohol en specifieke producten zoals verse groenten en fruit, kruiden en zout geldt dat deze geen voedingswaarde hoeven te vermelden.
  • Allergenen
    De allergenen moeten extra duidelijk worden weergegeven in de lijst met ingrediënten, bijvoorbeeld door ze dikgedrukt weer te geven. Soms zie je ook dat een product sporen van een allergeen kan bevatten. Voor niet-voorverpakte producten geldt er een informatieplicht voor allergenen. Zo moeten bijvoorbeeld in restaurants, ambachtelijke slagerijen en bakkerijen, zorginstellingen en de catering consumenten vooraf geïnformeerd worden dat allergeneninformatie beschikbaar en op te vragen is.
  • Land van herkomst
    Als je kijkt op het etiket van vis, rundvlees, verse  groente en fruit, honing en olijfolie staat de regio of het land van herkomst vermeld. Dit is ook het geval bij onbewerkt vlees van varken, geit, schaap, kip en gevogelte. Het is verplicht om te vermelden waar het dier is gehouden en ook waar het is geslacht.
  • Naamgeving
    Als in een product een ander ingrediënt zit dan de consument zou verwachten, dan moet dit in de buurt van de naam van het product staan. Een voorbeeld is stracciatella-yoghurt waarin geen echte chocoladestukjes verwerkt zijn, maar cacaofantasie. Of wanneer één stuk vlees of vis  in werkelijkheid samengesteld is uit meerdere stukjes vlees, dan moet dit ook in de naam staan. Dit is om misleiding te voorkomen.
  • Datum van invriezen
    Bij bevroren vlees of vis moet de datum waarop het product is ingevroren op het etiket staan. Soms is dit lang geleden omdat bijvoorbeeld vis in een vorig seizoen gevangen wordt maar wel het hele jaar te koop is. Als vlees of vis snel genoeg wordt ingevroren krijgen bacteriën weinig kans. Deze datum zegt dus weinig over de veiligheid van het product. Vlees of vis dat eerder bevroren is geweest kan op een later tijdstip ontdooid zijn en zo aan de consument verkocht worden, in dat geval moet dat ook op het etiket staan.
  • Oliën en vetten
    Bij plantaardige oliën en vetten, is het verplicht om in de lijst van ingrediënten de specifieke bron te vermelden, zoals bij palmolie. Ook moet hierbij vermeld zijn of het eventueel ‘geheel gehard’ of ‘gedeeltelijk gehard’ is.
  • Nanomaterialen
    Nanomaterialen in voedingsmiddelen die bewust gemaakt en toegevoegd zijn, moeten verplicht bij de ingrediënten op het etiket staan. Nanomaterialen zijn kleine deeltjes van minder dan 100 nanometer (= 1 tienduizendste millimeter) die doelbewust gemaakt kunnen worden om het product andere eigenschappen te geven, bijvoorbeeld een betere oplosbaarheid.

En hoe lees je een etiket?

Met je ogen en van links naar rechts… Ja natuurlijk, dat hoef ik jullie niet te vertellen. Maar helaas is er ondanks alle regelgeving nog wel wat “ruimte voor interpretatie” op een etiket. Ik zet voor jullie een aantal van deze “interpretaties” op een rijtje:

  • De tabel der tabellen
    De “calorie-scanners” onder ons weten direct waar ik het over heb. De tabel met de voedingswaarde van het product. En geloof me, daar staat meer op dan alleen het aantal calorieën per 100 gram ;). Naast de energie die een product levert staan er ook nog de verplichte 6 voedingsstoffen bij en eventueel de niet-verplichte stoffen en vitamines en mineralen. De tabel is daarnaast ook erg handig om producten onderling te kunnen vergelijken. Zo kan je kijken welke van de producten het meest (of minst) voedzaam is. Let er dan wel even op dat er producenten zijn die nog wel eens sjoemelen met de portiegroottes. Kijk dus altijd goed naar de voedingswaarde per 100 gram of milliliter van het product en wat de specifieke portiegrootte is.
  • De volgorde is bepalend
    Om te weten waar een product uit bestaat kijk je naar de ingrediëntenlijst. Het eerste ingrediënt dat genoemd wordt is het meest (in gewicht) aanwezige ingrediënt. Bij pindakaas is dit (in de meeste gevallen) de pinda, logisch! Bij brood bijvoorbeeld is het al iets lastiger. Consumenten denken vaak dat donker brood gezonder is dan lichter, maar vaak is donker brood (met mout of chocola) gekleurd witbrood. Om er zeker van te zijn of een brood bijvoorbeeld volkoren is kijk je naar de ingrediëntenlijst. Als het goed is zou daar dan het eerst genoemde ingrediënt volkoren (tarwe)meel moeten zijn. De volgorde van de ingrediënten is bepalend voor de inhoud van het product.
  • Verstopte E-nummers
    Bij samengestelde producten kan het maar zo zijn dat het lijkt alsof er geen E-nummers zijn toegevoegd. Dit kan dan ook echt zo zijn maar het kan ook zijn dat de producent een trucje heeft uitgehaald. Sommige producenten kiezen ervoor om het E-nummer namelijk voluit te schrijven. Zeker als je graag zo puur mogelijk wil eten is dit wel iets waar je op moet letten. Een tip is dan om te kijken naar de lengte van de ingrediëntenlijst. Een lange ingredientenlijst kan soms betekenen dat er onnodige ingrediënten zijn toegevoegd.
  • De welbekende “claims”
    Je kent ze wel, die repen met “50% fruitvulling, extra veel fruit!”… En als je dan naar de ingrediëntenlijst kijkt zie je staan dat die fruitvulling voor 2% uit fruit bestaat en voor de rest uit suiker of iets anders. De naam, de afbeelding en de “claims” die op een product staan zeggen vaak niets over wat het product echt is. Zo bestaan er volkoren crackers waar geen volkoren bestandsdeel in zit of pure pindakaas die voor 75% bestaat uit pinda’s. Als je echt wil weten wat een product is en waar het uit bestaat kan je beter de ingrediëntenlijst checken in plaats van die mooie plaatjes en praatjes :)

Duizelt het jullie al? Mij wel… Maar gelukkig zit de “cursus” erop en zijn jullie allemaal gecertificeerd etikettenlezers. Mocht je vragen of opmerkingen hebben schroom dan niet om contact op te nemen!

Op de hoogte

Zo, jullie zijn weer helemaal bijgeschoold, een stuk slimmer geworden en kunnen als beter mens door het leven nu. Geen dank 😉

Bedankt voor het lezen en nog een fijne dag!

Bronnen:

Dikke van Dale | https://www.vandale.nl/
Voedingscentrum | https://www.voedingscentrum.nl/
Rijksoverheid | https://www.rijksoverheid.nl/
NVWA | https://www.nvwa.nl/
Foodwatch | https://www.foodwatch.org/

Lees de VanThuys disclaimer